Inkomstenbelasting Box 3: sparen en beleggen
De laatste box gaat over het vermogen, zoals spaargeld, aandelen of een tweede woning. De werkelijke inkomsten, bijvoorbeeld de rente op je spaargeld, het dividend op je aandelen of de huuropbrengst, hoef je niet aan te geven. Daar staat tegenover dat je de kosten, zoals betaalde rente, niet mag aftrekken.
In box 3 geldt een heffingsvrij vermogen. Is je vermogen niet hoger dan het heffingsvrije vermogen? Dan heb je geen voordeel uit sparen en beleggen en hoef je dus geen belasting te betalen in box 3. Is je vermogen wel hoger? Dan telt alleen het deel erboven mee voor de berekening van de belasting in box 3. Hiervoor geldt een vast percentage over de waarde van je vermogen (bezittingen min schulden) op 1 januari, na aftrek van het heffingsvrij vermogen. Je schulden worden hierbij verlaagd met een drempel.
Zoals je ziet zijn er drie belastbare inkomens: box 1, box 2 en box 3. Hoeveel inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen je moet betalen, bereken je door op de belastbare inkomens de tarieven toe te passen. Nu heb je geluk als je klant bent bij The Bookie aangezien wij dat voor je doen. Hiervoor moeten we alle informatie compleet hebben. Dat is ook de reden dat je een uitgebreide checklist voor de aangifte inkomstenbelasting moet volgen en aanvullende informatie moet aanleveren. De inkomsten worden per box behandeld en zo veel mogelijk per box belast.
Veranderingen vanaf 2021*
Vanaf 2021 gaat het heffingsvrij vermogen in box 3 omhoog naar € 50.000 of € 100.000 met fiscaal partner. Nu betaalt iedereen met een vermogen van minstens € 30.846 (of € 61.692 met fiscaal partner) hier nog belasting over. Bijvoorbeeld over spaargeld of geld uit kleine beleggingen.
De manier van belasting berekenen in box 3 blijft hetzelfde. Er blijven 3 schijven in box 3. Ook blijft de Belastingdienst rekenen met een vaste vermogensmix per schijf. De vermogensmix is de verhouding tussen sparen en beleggen,
Vermogensgrens hoger in de 3 schijven
Hieronder is aangegeven hoe deze schijven zijn ingedeeld (tot en met €50.000 is heffingsvrij vermogen).
- Schijf 1 loopt vanaf 2021 van €50.000 tot €100.000 (2020: €30.849 tot €103.643).
- Schijf 2 loopt vanaf 2021 van €100.000 tot € 1.000.000 (2020: €103.643 tot €1.036.418).
- Schijf 3 begint vanaf € 1.000.000 (2020: vanaf €1.036.418).
Percentages opbrengst uit vermogen aangepast
Vanaf 2021 wordt er 0,03% rendement berekend over het spaargedeelte (0,07% in 2020). Over het beleggingsdeel wordt 5.69% rendement berekend (5,28% in 2020). Beide percentages zijn dus iets aangepast. Wel blijven deze percentages forfaitair. Dat wil zeggen dat ze gelden voor iedereen in box 3. Ongeacht hoeveel opbrengst iemand haalt uit spaargeld of kleine beleggingen.
Het tarief van de box 3-belasting gaat omhoog
Iedereen die in 2021 een vermogen heeft van €50.000 of meer, betaalt vanaf 2021 31% belasting over de opbrengst uit vermogen. In 2020 is dat 30%.
*Let op: deze veranderingen zijn nog niet definitief. De Eerste Kamer stemt daarover op 15 december. De uitkomsten hiervan zullen we uiteraard updaten op deze pagina.